Haar drive om zich in te zetten voor beschadigde jongeren komt uit haar eigen jeugd, vertelt Colinda. Haar thuissituatie was ‘ingewikkeld’ met een zieke vader, een agressieve broer en een jong overleden moeder voor wie Colinda als 18-jarige maandenlang zorgde. Ze redde zich, maar zegt ze: ‘Ik heb, zeker in die tijd, wel steun gemist.’
Het maakt haar jong volwassen: werken, studeren, feesten, ze doet het allemaal tegelijk. ‘Ik hou van hard werken.’ Ze werkt onder andere jarenlang bij een vakbond en als leidinggevende bij een uitzendbureau. Ze treft er leidinggevenden die haar vertrouwen en kansen geven. ‘Dat wil ik ook bij deze jongeren doen’, zegt ze. ‘Degene zijn die in ze gelooft, zodat hun zelfvertrouwen groeit en ze stappen durven te zetten.’
Ze ontwikkelt programma’s, trainingen, workshops, die ze geeft in Jeugdzorginstellingen. En daarnaast – of daarna – zijn jongeren welkom voor talentassessments en één-op-één-coaching. Van Colinda of een van de twintig coaches die bij ToeterJoepies zijn aangesloten en zich eveneens belangeloos inzetten. De rode draad: het versterken van levensvaardigheden en mentale kracht.
‘De Jeugdzorg is vooral gericht op zorg, op therapieën, terwijl zelfredzaamheid, voor jezelf kunnen zorgen, weerbaar zijn, minstens zo belangrijk is’, zegt ze. Ander punt van kritiek op het systeem: de grens van 18 jaar én de vele verhuizingen die daar voor jongeren vaak aan vooraf gaan. ‘Terwijl we al lang weten dat continuïteit, stabiliteit, rust en veiligheid voorwaarden zijn om iemand op de rit te krijgen.’
Dit hoopt zij wel te bieden. ‘Er gewoon zijn, aandacht geven, luisteren. En daarbij neem ik de jongeren en hun ambities– hoe groot soms ook – altijd serieus en probeer ik daar samen in kleine stapjes naartoe te werken.’
Afgelopen jaren heeft de stichting ToeterJoepies zo honderden jongeren verder geholpen. Maar tuurlijk, het zijn niet alleen succesverhalen. Soms raakt een jongere (weer) in problemen of uit beeld. Het hoort erbij, weet ze. Maar ze weet ook: soms kan je met iets heel kleins een groot verschil maken. Zoals bij dat ene leergierige meisje die haar moeder jong verloor en misbruikt werd door haar vader. ‘Hoe heb je het gered?’ vroeg Colinda. ‘Door altijd te zingen van binnen’, antwoordde het meisje. Maar hardop zingen, dat deed en durfde ze niet. Ok, vooruit, voor die ene keer. Colinda: ‘Ze zong, en er kwam toch een stem uit! Ik krijg nog kippenvel als ik eraan denk.’ Vanuit de jeugdzorg kwam het meisje echter bij een tante die niks van hulp wilde weten; Colinda verliest haar uit het oog. ‘Twee jaar later krijg ik ineens een Facebookberichtje. “Kijk eens naar mijn profiel”, schreef ze. En wat staat daar bovenaan? Ik hou van zingen.’